Waarom je geen berken ziet op Corsica
Berken zijn echte kou-liefhebbers. Ze groeien het liefst in een gematigd klimaat met voldoende neerslag en koele zomers. Corsica daarentegen heeft een mediterraan klimaat, met droge, hete zomers en milde winters. Dat is precies het tegenovergestelde van wat berken nodig hebben. De lange droge periodes zijn funest voor jonge berkjes die net willen kiemen.
Corsica kent een heel eigen, vaak ruige vegetatie. Denk aan de maquis met zijn geurige struiken, of de uitgestrekte bossen van kurkeiken, kastanjebomen, beuken en lariksen. Deze soorten zijn goed aangepast aan droogte, hitte en bosbranden. Een berk, met zijn dunnere bast en vochtbehoefte, maakt daar weinig kans tussen.
Corsica heeft natuurlijk ook hooggebergte, met toppen boven de 2.000 meter. Daar is het koeler en natter. Ideaal voor berken, zou je denken. Maar zelfs daar zie je ze niet. Waarom niet? Omdat die zones beperkt zijn in oppervlakte, en andere soorten zoals de Corsicaanse den, beuk en lariks daar de boventoon voeren. Ook daar is er dus simpelweg geen plek of klimaatvoordeel voor de berk.
Op de Etna in Sicilië groeit wel een berkensoort: de Betula aetnensis, een bijzondere soort die zich in de loop van de evolutie heeft aangepast aan dat specifieke microklimaat. Op Corsica is zo'n aanpassing nooit ontstaan.
Hoewel de berk een prachtige boom is, zou hij op Corsica waarschijnlijk niet overleven. Gelukkig biedt het eiland een enorme biodiversiteit aan andere, vaak endemische boomsoorten die zich hier wél thuis voelen. Van de geurige maquis tot de donkere kastanjebossen: Corsica heeft zijn eigen groene karakter – en dat maakt het juist zo bijzonder.
Ja zeker er zijn meerdere bijzondere bomen op Corsica, een aantal kunt u vinden bij Ghisonaccia.
1. De duizend jaar oude U Listincu boom.
2; De opmerkelijke Vogelboom.